4 Naar King's Canyon

We laten het Outback Pioneer hotel achter ons na een kampeer-ontbijt van stadsmensen: we eten elk om de beurt Crunchy Nut cornflakes uit een koffiemok - we hebben namelijk maar één lepel, van het hotel.


Onderweg. Er is overal veel groen te zien.


En veel oranje.


De woestijn is niet leeg, de knaloranje grond is bezaaid met dotjes grijsgroen gras en felgroene struiken. Het contrast is groot, het licht fel, en de weg kronkelt maar door en door. Makkelijk is het wel, er zijn geen kruispunten.


Opeens: Mount Conner. Marie is er boos op omdat hij groter is dat haar geliefde Uluru.


We pauzeren aan een uitkijkpunt om Mount Conner te bekijken, en steken dan te voet de autostrade (cfr de baan naar Lokeren) over om over een duin te klimmen.


Het zand is warm en zacht, je kan er niets mee bouwen maar wel mooie aboriginal tekeningen in maken.


Aan de overkant is een heel groot zoutmeer. Buitenaards lijkt het.


Dan volgt er nog weg.


Na een stop op het King's Creek Station (met "camels" al zijn het dromedarissen, helicopter, quads en appeltaart) het laatste stukje.