1 Grote tocht naar Tennant Creek

09:20 Met de vlam in de pijp door de eindeloze woestijn. Die dus zoals reeds gezegd helemaal niet leeg is. Dit stuk is het hoogste van de streek, we rijden over een vlakte, messcherp in twee gedeeld door de kaarsrechte Stuart Highway. We zijn zopas de steenbokskeerkring voorbij gereden. Marie vraagt om nog eens naar dat vlam in de pijp liedje te luisteren, Lena zit in de lentewereld van Little Petshop, Tom voelt zich prima en ik heb honger, moet eens plassen en hoop dat de dag en de 500 km goed voorbijgaan. Road trains, vrachtwagens met wel 6 aanhangwagens (heet dat zo?) en verveling op de achterbank zijn mijn grootste bekommernissen. Naast moeten plassen, natuurlijk. Ik concentreer me op iets anders en weet dat het wel ok is zolang ik zit.


Ik probeer een termietenheuvel te fotograferen, er zijn er ongelooflijk veel, maar ze lopen altijd zo snel weg... Alle termieten in de outback samen wegen meer dan alle koeien en kangoeroes die er wonen. De termieten zijn klein en blind en (een van?) de enige dieren die het alomtegenwoordige prikkende spinifex gras kunnen verteren. Hun heuvels zijn soms wel een meter hoog, en ik ben fan omdat ze mijn woestijnlieveling, de thorny devil, voeden.


We hebben er eentje de weg zien oversteken, maar deze is van een postkaartje.


Mijn autoschoot. Een reisgids om de weg te weten (we hebben geen gps maar de wegen zijn zo schaars dat zelfs ik het met een kaart kan), om af en toe een woordje uitleg te doen over bezienswaardigheden, maar vooral toch om de volgende treffelijke koffie te lokaliseren. En de volgende WC, natuurlijk. Verder mijn onafscheidelijk heuptasje, laatst in de mode ongeveer 100 jaar geleden, maar de enige soort sjakosj die ik niet overal vergeet. Zonder dat tasje zou ik geen enkele foto nemen, omdat mijn toestel altijd in de auto/op de kamer/in een vorige stopplaats zou liggen. En derde schoot item: fototoestel dat steevast te veel tijd neemt om aan te gaan, waardoor ik er niet in slaag zo een typische ijzeren windmolen vast te leggen.


Beerie is een uitmuntend Nintendo speler.


Yes! Aileron roadhouse!


Plaatselijke bevolking al stevig aan het aperitieven, echt welkom voelen we ons niet ondanks de grote borden "welcome to Apayarrente (oid) country (NO alcohol, NO pornography)". Dit groepje staat per toeval op de foto, ik probeer nooit te staren, en de kindjes uit te leggen dat de aboriginals geen toeristische attractie zijn. In de supermarkt zegt Marie met haar helderste stemmetje "een Aboriginal!" wijzend op de vrouw in de rij voor ons. "Ze verstaan hier toch geen Nederlands hé". Nou nee. Op zich zegt ze niets fout, het is allemaal niet makkelijk. Lena vraagt waarom de aboriginals altijd ruzie aan het maken zijn. Misschien is het hun taal die hard klinkt, maar de dreigende vuisten over en weer zijn moeilijker pacifistisch uit te leggen. We zullen zeker nog wel andere oorspronkelijke bewoners tegenkomen, waar we eens een praatje mee zullen slaan, de mensen hier en in Alice zijn vast de ongelukkigen "who have lost their way" waar men ons over vertelde. Ongelukkig, arm en ziek zien ze er allemaal uit, het contrast met de blanken (en met ons dus...) is schrijnend. Maar wat weet ik er eigenlijk over...


Ontbijt in Aileron met een aardige selectie whisky op de achtergrond. Verderop een kamertje vol gokautomaten. Met waarschuwingen tegen verslaving, dat wel-zoals met de alcohol die ze hier per krat aan de aboriginals verkopen.


Als ik groot ben ga ik met een grote Suzuki rijden vroar!


De zeemeermin-goanna's. Ik positioneer me zorgvuldig om geen aboriginal in beeld te hebben, uit respect en ook wel omdat ik bang ben een leeg bierblik tegen m'n hoofd te krijgen. Angsthaas! Lena en Marie zijn nooit bang!


Op de achtergrond de 12 meter hoge Aileron Man. Hij heeft ook een vrouw en kindje, maar die zagen we pas toen we al weer aan het rijden waren.
Amper een kwartier verder een beloofde stop in Shatto Mango, een mango farm met super lekker mango ijs.


Wat zouden ze met de rest van de kangoeroe doen?


Mmmmmm